Wat gaan we doen?

Hoe doen we dat?

Toelichting

Faciliterend grondbeleid voeren waar dat kan en actief waar nodig
Basis bij nieuwe ontwikkelingen is de nota grondbeleid. Het grondbeleid is een hulpmiddel bij het uitvoeren van het gemeentelijke omgevingsbeleid. In bestemmingsplannen wordt de maatschappelijk gewenste bestemming van de grond vastgelegd. Het grondbeleid draagt eraan bij dat die bestemmingen werkelijkheid worden. Per ontwikkeling zullen we de keuze maken voor actief of faciliterend grondbeleid. Bij actief grondbeleid koopt de gemeente de grond, verkavelt de grond opnieuw en geeft de grond weer als bouwkavels uit. Bij faciliterend grondbeleid passen de eigenaren de verkaveling aan en verhaalt de gemeente de kosten die ze zelf maakt, bijvoorbeeld bij aanleg openbare ruimte, op de ontwikkelaar. Door het sluiten van private overeenkomsten kunnen we invloed uitoefenen op ontwikkelingen van derden en kostenverhaal toepassen zoals de wet dat mogelijk maakt.

Voor het project Duivenvoordecorridor is een grondexploitatie vastgesteld. Het doel voor de Duivenvoordecorridor is het versterken van bestaande kwaliteiten waaronder openheid, natuur- en landschapswaarden. Om dit te bereiken heeft de gemeente veel geïnvesteerd door de aankoop van en verwijderen van kassen. Met het Rijk en provincie is afgesproken dat als drager daarvoor beperkte woningbouw in de plaats komt, als middel om de ruimtelijke, natuurlijke en cultuurhistorische kwaliteiten te beschermen en te versterken. De laatste ontwikkellocatie Noortveer zullen we in deze geest realiseren, met lager percentage woongebouwen.

Verdienpotentieel, inbreilocaties zoals we eerder in het programma hebben aangegeven hebben we een opgave op het gebied van woningbouw, waarbij de ambitie die uitgesproken is groen blijft groen, nader uitgewerkt moet worden. Bij inbreidingslocaties zullen we goed moeten kijken of er verdienpotentieel is. De beschikbare locaties moeten dan ook goed benut worden door flexibele kaderstelling. Daar houden we goed zicht op en zullen ook kijken of we zaken zelf moeten oppakken, of dat we daarin gebruik maken van andere (samenwerkings)partijen.