Begroting 2019

Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Op 29 januari 2015 is de nota “Risicomanagement en Weerstandsvermogen” vastgesteld door de raad van Voorschoten. Deze nota formuleert de kaders voor succesvol risicomanagement. Uit de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing blijkt dat het weerstandsvermogen van de gemeente Voorschoten op dit moment uitstekend is. De vergelijking tussen het benodigde weerstandsvermogen en de beschikbare weerstandscapaciteit levert immers een ratio weerstandsvermogen op van 5.

Risico’s
Een risico is een mogelijke gebeurtenis met een negatief gevolg voor de organisatie. Met behulp van een risicomanagementinformatiesysteem prioriteert, analyseert en beoordeelt de gemeentelijke organisatie risico's op systematische wijze. Door een goed systeem van risicomanagement kunnen bestuurders en managers vervolgens voor risico’s, die het behalen van de doelstellingen van de organisatie bedreigen, passende beheersmaatregelen nemen. Op basis van de inventarisatie is een risicoprofiel opgesteld. Conform de nota “risicomanagement en weerstandsvermogen” toont het onderstaande overzicht de tien grootste risico's met de hoogste bijdrage aan de berekening van de benodigde weerstandscapaciteit. Het overzicht is aangevuld met de getroffen beheersmaatregelen. Bij de berekening van de benodigde weerstandscapaciteit gaat het college uit van deze ‘top 10’. De top 10 behelst circa 90% van de totale financiële omvang van de risico’s. Om voldoende dekking hebben voor deze kleinere risico’s, wordt daarnaast een buffer van 10% (van de benodigde weerstandscapaciteit) van de 10 grootste risico’s gehanteerd.

Tabel 40      De top 10 belangrijkste risico’s

Risico

Gevolgen

Maatregelen

1. Geen grond kunnen verkopen in de Duivenvoorde Corridor.
2. Niet alle gronden kunnen verwerven.
3. Door aantrekkende economie zijn geraamde kosten te laag

Financieel - 1. groot verlies op het project en bestuurlijke imago schade
2. ontwikkelstrategie moet  aangepast worden
3. grote verlies op het project.

Suggestie - Projectrapportage en jaarlijkse en tussentijdse bijstelling grondexploitatie

Verantwoordelijkheid Sociaal Domein

Financieel - Financieel verantwoordelijk voor het gehele sociaal domein. Het zijn open einde regelingen. De stijging van de doelgroep, stijging van de zorgkosten en de toenemende vraag naar complexe zorg zijn de belangrijkste risicofactoren.

Actief: als beheersmaatregel is de reserve sociaal domein ingesteld om eventuele incidentele tekorten mee te dekken of risico's mee op te vangen. De omvang van het risico is 20% van het budget. Daarnaast investeren in innovatie en preventie.

Precariobelasting Liander in afwachting uitkomst cassatie Hoge Raad tussen gemeente Hulst en netbeheerder Enduris.

Financieel - Liander heeft bezwaar gemaakt in afwachting van uitspraak cassatie. Betreft mogelijk inkomstenderving precario in de jaren 2019, 2020 en 2021 na uitspraak Hoge Raad.

Grondwateroverlast

Financieel - er is/ontstaat wateroverlast op straat/in woningen, Effect op doelstellingen - , Imago -

Er wordt een grondwatermeetnet opgezet om het grondwater in beeld te brengen. Hierdoor kunnen mogelijke knelpunten eerder worden waargenomen en indien mogelijk maatregelen worden genomen

Als gevolg van onderuitputting op de Rijksbegroting, aanpassingen van de verdeelsystematiek of verschillen in de mate waarin de landelijke en gemeentelijke uitkeringsbasis zich ontwikkelen bestaat de kans dat de algemene uitkering uit het gemeentefonds achterblijft bij de raming.

Financieel - Negatief budgettair effect dat ombuigingen/bezuinigingen met zich mee kan brengen., Effect op doelstellingen - De bezuinigingen kunnen een dusdanige omvang aannemen dat voorgenomen beleid(intensiveringen) niet (volledig) en misschien wel alleen getemporiseerd uitgevoerd kan worden.

Door economische ontwikkelingen een groter beroep op de uitkeringsregelingen (open einde regeling Wet BUIG bundeling van uitkeringen inkomensvoorzienig aan de gemeenten)

Financieel - de gemeente loopt het risico dat de lokale ontwikkeling van het bijstandsvolume in negatieve zin afwijkt van de landelijke ontwikkeling waardoor de rijksbijdrage te kort schiet. Het geschatte risico is begroot, echter het maximale risico dat de gemeente loopt in het uitkeringsjaar is hoger en is gemaximeerd voor 2019 op 10%. Effect op doelstellingen - Niet iedereen kan voldoende ondersteund worden in participeren in de samenleving.

Actief : Met ingang van 2017 wordt het maximale eigen risico niet meer geraamd in de begroting, maar wordt dit reëel geraamd en waar nodig bijgesteld in de regulier P&C-documenten.
Actief - actief uitstroombeleid voeren door inzet arbeidsmarktoffensief, jeugdwerkgelegenheidsplan en reguliere participatiemiddelen
Geïmplementeerd - goede werkprocessen voor poortwachtersfunctie, beheer lopende uitkeringen, beëindigingen etc.

Onderhoudsachterstanden kapitaalgoederen

Financieel - Hogere kosten door calamiteiten onderhoud, Effect op doelstellingen - Openbare ruimte voldoet niet aan het afgesproken kwaliteitsniveau, Imago - Grotere kans op ongelukken en aansprakelijkheden

Voor de meeste kapitaalgoederen zijn er beheerplannen vastgesteld. Het beheerplan vastgoed wordt in 2019 aan de raad aangeboden. Het beheer van de openbare ruimte wordt ingericht naar een risico gestuurd beheer waar op basis van prestaties, risico's en kosten de afweging wordt gemaakt of ingrijpen noodzakelijk is.  

De ramingen voor de maatwerkvoorzieningen Jeugdhulp (individuele voorzieningen, jeugdhulp via CJG en PGB) worden aangepast op basis van de prognoses in de jaarrekening. Het inkoopbureau H10 heeft een schatting voor 2018 gemaakt. Deze schatting geeft aan dat de stijging van de kosten in 2018 ten opzichte van 2017 doorzet. Deze schatting bevat, zeker voor de toekomst nog een groot aantal onzekerheden waardoor vanaf jaar t+1 de kosten hiervoor lastig te duiden zijn. Het maken van tijdige en betrouwbare prognoses voor de kosten van jeugdhulp blijft een lastig vraagstuk. De verwachting is en blijft overigens, dat de kosten van jaar tot jaar aanmerkelijk kunnen verschillen.

Financieel - confrontatie met grote fluctuaties in kosten

Actief: als beheersmaatregel is de reserve sociaal domein ingesteld om eventuele incidentele tekorten mee te dekken of risico's mee op te vangen. Een raming opnemen ten laste de reserve sociaal domein van
€ 300.000 waardoor het risico voor 2019 beperkt is.

Het achterblijven bij de raming van de algemene uitkering ten gevolge van het minder dan verwacht uitkeren van de onderuitputting op het BTW-compensatiefonds.

Financieel - Negatief budgettair effect dat ombuigingen/bezuinigingen met zich mee kan brengen.

M.i.v. 2018 wordt de onderuitputting voorzichtigheidshalve structureel geraamd op het niveau van de realisatie van 2017.

Beheerkosten (vastgoed / openbare ruimte)  worden niet of onvoldoende meegenomen in aanschaf/realisatie is met name het geval bij nieuwe aanleg/realisatie.

Financieel - Geen middelen gereserveerd voor beheer en onderhoud, Effect op doelstellingen - Onderhoudsniveau wordt niet gehaald omdat het onderhoud beperkt of niet uitgevoerd wordt dan wel gaat ten koste van andere objecten, Imago - wel geld om aan te leggen maar niet om te onderhouden.

Bij een politiek besluit om een nieuwe situatie te realiseren wordt direct besloten welke (globale) beheerkosten hier bij horen en aan worden toegekend

Weerstandsvermogen
Het weerstandsvermogen is de relatie tussen de weerstandscapaciteit (de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten te dekken) en alle risico’s waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie. Het weerstandsvermogen wordt uitgedrukt in een ratio weerstandsvermogen en afgezet tegen de algemeen geldende weerstandsnorm. Die ratio geeft de verhouding weer tussen de financieel gekwantificeerde risico’s en de daarbij horende benodigde weerstandscapaciteit en de beschikbare weerstandscapaciteit. De relatie tussen beide componenten is in onderstaande figuur weergegeven.

Ratio weerstandsvermogen =

Beschikbare weerstandscapaciteit

=

€ 19.181.000

= 5

Benodigde weerstandscapaciteit

€ 4.098.355

De omvang van het benodigde weerstandsvermogen is licht gedaald ten opzichte van de jaarrekening 2017. De Reserve Weerstandsvermogen staat op dit moment op €4.000.000 en is daarmee dus iets te laag. Aangezien de omvang van de risico’s elk jaar wel iets schommelt is er voor gekozen om geen toevoeging te doen aan de Reserve Weerstandsvermogen en deze op het niveau van €4.000.000 te houden. In die beredenering is meegewogen dat de kans zeer klein wordt geacht dat alle risico’s zich daadwerkelijk voor doen in hetzelfde jaar en mocht dat uiteindelijk toch het geval zijn er altijd nog teruggevallen kan worden op de concernreserve waarin op dit moment €15.262.000 zit.

De raad heeft besloten om minimaal een ratio van 1,0 te hanteren met een streefratio van 1,4 wat staat voor voldoende weerstandscapaciteit. Hierbij wordt de normeringssystematiek voor weerstandsvermogen gehanteerd, die ontwikkeld is door het Nederlands Adviesbureau voor Risicomanagement in samenwerking met de universiteit Twente. Zij hanteren de volgende waarderingstabel ratio weerstandsvermogen:

Tabel 41

Waarderingscijfer

Ratio weerstandsvermogen

Betekenis

A

2,0 < x

Uitstekend

B

1,4 < x < 2,0

Ruim voldoende

C

1,0 < x< 1,4

Voldoende

D

0,8 < x < 1,0

Matig

E

0,6 < x < 0,8

Onvoldoende

F

X < 0,6

Ruim onvoldoende

De ratio weerstandsvermogen van de gemeente Voorschoten is 5 (A). Conclusie is dat de
weerstandscapaciteit uitstekend is.

Kengetallen
Per 2015 is het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) gewijzigd. In de begroting en jaarrekening dienen een zestal kengetallen opgenomen te worden. De kengetallen maken het de leden van provinciale staten en de gemeenteraad gemakkelijker om inzicht te krijgen in de financiële positie van hun provincie of gemeente. Eerst wordt de samenvatting van de kengetallen weergegeven gevolgd door een toelichting.

Tabel 42

Indicatoren Voorschoten (%)

Normen VNG
(%)

Kengetallen:

2017

2019

Voldoende

Matig

Onvoldoende

Verslag

Begroting

Verslag

1a. Netto schuldquote

53

73

<100

>100 / <130

<130

1b. Netto schuldquote
gecorrigeerd voor verstrekte
leningen

43

60

2. Solvabiliteitsratio

37

35

>50

<50 / >30

<30

3. Structurele exploitatieruimte

3,86

0,02

>0,6

<0,6 / >0

0

4. Grondexploitatie

18

20

Geen norm

5. Belastingcapaciteit

135

147

<100

>100 / <120

>120

1. Netto schuldquote
De netto-schuldquote vergelijkt de leningen van de gemeente (met aftrek van de geldelijke bezittingen) met de totale baten van begroting en jaarverslag. Hiermee geeft deze indicator inzicht in de mate waarin de begroting 'vastligt' voor rente en aflossing. De bovenstaande tabel presenteert hiernaast ook de schuldquote gecorrigeerd voor de leningen die de gemeente heeft uitstaan (deze middelen vloeien immers op termijn terug, bijv. SVN-startersleningen. Ten opzichte van het jaarverslag 2017 is een stijging zichtbaar.

2. Solvabiliteit
De solvabiliteit geeft de mate aan waarin de gemeentelijke bezittingen (balanstotaal) is gefinancierd uit eigen middelen (eigen vermogen). Een solvabiliteit van 35% wordt door de VNG beoordeeld als ‘matig’.

3. Structurele exploitatieruimte
De indicator 'structurele exploitatieruimte' geeft aan hoe groot de structurele vrije ruimte (structurele baten min structurele lasten) zich verhoudt tot de totale begrotingsbaten. Dit laat zien in hoeverre de gemeente in staat is om structurele tegenvallers op te vangen. De begrotingsruimte is gedaald ten opzichte van het jaarverslag 2017 en kan volgens de VNG-normen beoordeeld worden als ‘matig’.

4. Grondexploitatie
Het financiële kengetal 'grondexploitatie' geeft aan hoe groot de investeringen in grondposities (boekwaarde) zijn ten opzichte van de jaarlijkse baten. Voor de berekening van dit kengetal worden de niet in exploitatie genomen gronden en de bouwgrond in exploitatie bij elkaar opgeteld en gedeeld door de totale baten uit de programmabegroting of jaarstukken en uitgedrukt in een percentage. De boekwaarde van de voorraden grond is van belang, omdat deze waarde moet worden terugverdiend bij de verkoop. De accountant moet ieder jaar beoordelen of de gronden tegen een actuele waarde op de balans zijn opgenomen.

5. Belastingcapaciteit
De indicator 'belastingscapaciteit' drukt uit hoe de woonlasten (OZB, afvalstoffenheffing en rioolheffing) zich verhouden tot het gewogen landelijk gemiddelde. Hoge woonlasten ten opzichte van het landelijk gemiddelde drukken uit in hoeverre de gemeente al de eigen inkomsten aanspreekt en dus ook beperkt is in het verkrijgen van extra inkomsten. Woonlasten onder het landelijk gemiddelde waardeert VNG als 'voldoende', woonlasten tussen het landelijk gemiddelde en 120% hiervan als 'matig' en woonlasten hoger dan 120% als 'onvoldoende'. De woonlasten in Voorschoten liggen hoger dan het landelijk gemiddelde en ook de ontwikkeling van de woonlasten ligt hoger dan gemiddeld. De voornaamste oorzaak hiervan is de verhoging van de rioolheffing.

Conclusie voor de financiële positie
De ontwikkeling van de kengetallen geeft aan dat de schuldenomvang van Voorschoten voldoende is volgens de VNG-normen. Daar tegenover wordt een risico gelopen op de resterende ingenomen grondpositie en wordt geconcludeerd dat de lastendruk landelijk vergeleken aan de hoge kant ligt. De structurele exploitatieruimte wordt beoordeeld als matig en dient versterkt te worden.