Begroting

Toezichtregime

Het belangrijkste criterium voor het toezicht van de provincie is het “structureel en reëel evenwicht”. Structureel evenwicht houdt in dat de structurele lasten door structurele baten en de incidentele lasten door incidentele baten worden gedekt. Reëel evenwicht wil zeggen dat de wijze waarop het saldo tot stand komt een realistische grondslag heeft. Zo moeten bijvoorbeeld de taakstellingen en bezuinigingen in de begroting concreet zijn uitgewerkt en moet de haalbaarheid ervan aannemelijk zijn.
Het evenwicht moet in beginsel al bereikt zijn in het begrotingsjaar. Als dat niet het geval is moet de gemeente kunnen aantonen dat dit evenwicht uiterlijk in 2022 bereikt wordt.

We kennen twee typen toezicht: repressief en preventief toezicht. Uit de Gemeentewet blijkt dat repressief toezicht regel is en preventief toezicht uitzondering. Repressief toezicht is toezicht achteraf, hiermee kan de uitvoering van besluiten van de gemeenteraad niet worden belemmerd. Bij preventief toezicht is dit wel het geval. De toezichthouder moet dan de begrotingswijzigingen vooraf goedkeuren.

In het kader van financieel toezicht op gemeenten streeft de provincie naar een situatie van het nemen van verantwoordelijkheid door de gemeenten voor het financieel resultaat (inclusief opgenomen bezuinigingsmaatregelen) en de financiële positie. Als dat een goede invulling krijgt treedt de provincie meer terug.